Soorten herkennen in kruidenrijk weidevogelgrasland
We maken mooie stappen in ons pilotproject kruidenrijk weidevogelgrasland. Na de terreininventarisaties en het inzaaien van de mengsels in 2021 is het nu tijd voor de monitoring. Wat zagen projectleider Janneke van der Velde en ecoloog Arend Timmerman zoal de afgelopen weken? Lees het hieronder.
Kleine klaver, smalle weegbree en vogelwikke
Janneke: “In september vorig jaar zijn de mengsels ingezaaid. Begin juni gingen Arend en ik samen met iemand van Van Hall Larenstein langs de negen deelnemers om te kijken hoe de mengsels zich ontwikkelen. Dit hadden Arend en ik in november ook gedaan, maar toen was er nog weinig te zien. Nu is dat wel anders, we kunnen de soorten in de stroken nu echt herkennen.” Over het algemeen komen de mengsels bij iedereen goed op gang. “Vooral kamgras doet het goed, maar ook soorten als kleine klaver, smalle weegbree en vogelwikke zagen we veel terug. Reukgras doet het nog niet heel goed. Dat kan aan de grond liggen, maar het kan ook nog komen. Daarom blijven we monitoren, ook volgend jaar nog. Zelf bekeken deelnemers de stroken wel eens vanaf een afstandje en leek er weinig te zien. Maar als je er echt doorheen loopt zie je toch veel meer soorten dan je denkt.”
Vegetatie-opnames
Van Hall Larenstein voert de monitoring uit en heeft daarom zogenaamde vegetatie-opnames gedaan bij de deelnemers. Met vegetatie-opnames worden de aanwezige soorten in de stroken geteld binnen één vierkante meter. “Alle soorten en kruiden die hierin voorkomen worden genoteerd. Daarnaast kijken we naar de bedekking en de mate waarin de soorten aanwezig zijn. Ook een paar meter buiten de strook bekijken we één vierkante meter en doen we hetzelfde. Dit doen we om te kijken of de soorten zich kunnen verspreiden binnen het perceel. Als laatste lopen we 25 meter door de strook om aanwezige soorten af te vinken. Door deze combinatie krijgen we een goed beeld.”
Monitoren voor meer inzicht
Op basis van de resultaten geven Arend en Janneke de deelnemers ook advies. Dat kan zijn op het gebied van bijvoorbeeld maaien, weiden of bemesten. “In de zomer gaan we opnieuw kijken. Dan zijn de stroken gemaaid en is het interessant om te zien wat er dan weer opkomt. Zo blijven we de ontwikkelingen in de stroken volgen en kunnen we de deelnemers het beste adviseren.” Daarnaast geeft de monitoring voor de toekomst hopelijk inzichten in wat wel en niet werkt qua inzaaien. Welke soorten doen het goed en welke niet en is daar een logische verklaring voor? Maar vooral ook; welke invloed kan de boer hebben op het succes? “In het najaar doen we bodemanalyses. De gegevens hiervan combineren we met de resultaten van de vegetatie-opnames. Zo krijgen we meer inzicht in de slagingskans voor het ontwikkelen van kruidenrijk weidevogelgrasland.”
Dit project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Nationaal Programma Groningen en van de provincie Groningen.
Meer projecten
Aanvalsplan grutto
Op initiatief van Pieter Winsemius (oud-minister van VROM), It Fryske Gea, de Friese Milieu Federatie en Vogelbescherming Nederland is in 2020 het ‘Aanvalsplan Grutto’ gepresenteerd, afgekort als AVPG. Zes weidevogelprovincies…
De gebiedsofferte; een aanbod vanuit boerenkracht
BoerenNatuur Groningen West vindt dat de landbouw een belangrijke bijdrage kan leveren aan het oplossen van maatschappelijke opgaven in het landelijk…
Klimaatboeren
In de zomer en in het voorjaar worden perioden met droogte en hitte extremer en nemen piekbuien toe. In de winterperiode wordt het natter wat kan leiden tot wateroverlastsituaties. De gevolgen van de klimaatveranderingen…
Kruidenrijk grasland
Kruidenrijk weidevogelgrasland en soortenrijk productiegrasland zijn belangrijke onderdelen van natuurinclusieve landbouw. Kruidenrijk weidevogelgrasland zorgt voor een gevarieerd gewas dat bijdraagt aan een grotere…
Actieplan Weidevogels
Er is en blijft actie nodig om de weidevogelprovincie Groningen zo te houden en versterken. Daarom is het actieplan weidevogels opgesteld.
Predatieonderzoek
Wat is de rol van predatie in het weidevogelbeheer? Welke invloed hebben bijvoorbeeld vossen, kraaien of steenmarters op het broedsucces van vogels?